Je gebruikt Internet Explorer. Deze site werkt het best op een recentere browser zoals Chrome, Firefox of Safari. Lees hier meer

Klik hier voor tickets & maatregelen.
Vandaag open van 9:30 tot 17:30
bekijk de tijdlijn
Stoelen Stynen
COLLECTIE

Twee zeteltjes voor een vakantiewoning aan zee, 1931-1932

Léon Stynen

door Eva Van Regenmortel

“Mijn beste Léon, ik rust uit in Nieuwpoort-Bad en ik heb de aangename kalmte van dit strand weten appreciëren.”

Zo begint de brief uit 1931 waarin Emile Vincent informeert of architect Léon Stynen (1899-1990) een bescheiden vakantiewoning wilt bouwen voor zijn gezin in Nieuwpoort-Bad. De jonge Léon Stynen, later een van de meest toonaangevende architecten van zijn generatie, doet zijn opdrachtgever zowel een modern als een traditioneel ontwerpvoorstel, waarvan het tweede wordt uitgevoerd. De cottage vormt een half open bebouwing op de Albert I-laan, de weg tussen de badplaats en het landinwaarts gelegen Nieuwpoort, op zo’n 400 meter van de zee. 

Portret Van Léon Stynen

Portret van Léon Stynen © Vlaams Architectuurinstituut. Collectie Vlaamse Gemeenschap, archief Léon Stynen

© Vlaams Architectuurinstituut. Collectie Vlaamse Gemeenschap, archief Léon Stynen

Plan
Voorgevel Stynen

© Google Maps

De woning heeft een eenvoudig grondplan met een open leefruimte en een keuken op het gelijkvloers. Op de eerste verdieping liggen vier slaapkamers rond een centrale hal, elk uitgerust met een lavabo. Léon Stynen ontwierp ook meubels voor de woning. In de brieven die hij over dit project bewaarde, is sprake van inbouwkasten in de keuken en de slaapkamers. Voor de eetkamer waren een dressoir, een buffetkast en een tafel met zes stoelen voorzien, in een lichte houtsoort. Design Museum Gent bewaart twee zeteltjes uit deze vakantiewoning. Paul Emile Vincent, de zoon van de opdrachtgever en zelf als architect ooit stagiair van Stynen, schonk ze in 1990, samen met twee barkrukken van Willy Van Der Meeren met wie hij ook had samengewerkt. Paul Emile was zeven jaar toen de vakantiewoning van zijn ouders klaar was. Volgens Luc Vincent, de zoon van Paul Emile en vandaag designer, waren de zetels in gebruik in het salon achter het ronde raam in de voorgevel.

De zetels zijn opvallend laag en bekleed met een grijsgroene stof die met wat verbeelding de golven van de zee voorstelt. Emile Vincent suggereerde voor de uitvoering van al het schrijnwerk en de meubels van de woning een samenwerking met de Ecole de Menuiserie van de stad Brussel. Die school was opgericht in 1904 in de buurt van de Grote Zavel en bood leerlingen uit de arbeidersklasse gratis lessen houtbewerking aan. Het is niet duidelijk of dit plan doorging en of de zetels (en de andere meubels) inderdaad in de Brusselse school zijn gemaakt.

In 2018 bracht het Vlaams Architectuutinstituut het oeuvre van Léon Stynen opnieuw onder de aandacht met een overzichtstentoonstelling, een publicatie en een architectuurkaart, zie www.stynen2018.be.

Stoel Stynen

Bronnen

  • Archief Léon Stynen, projectdossier 3.1.349, Collectie Vlaams Architectuurinstituut.
  • Jo Braeken, Paul Emile Vincent, in: Anne Van Loo (ed.), Repertorium van de Architectuur in België van 1830 tot heden, Mercatorfonds, Antwerpen, 2003, p. 597.
  • Liliane Viré, L’Ecole de Menuiserie de la Ville de Bruxelles, in: Ecoles bruxelloises. Aux racines de la diversité, Brussel, La Fonderie, 2013, pp. 33-39. (Les Cahiers de La Fonderie 48)