Je gebruikt Internet Explorer. Deze site werkt het best op een recentere browser zoals Chrome, Firefox of Safari. Lees hier meer

Klik hier voor tickets & maatregelen.
Vandaag open van 10:00 tot 18:00
bekijk de tijdlijn

Ken, benoem en beheer je kunststoffen

Een internationaal project rond identificatie en zorg in de collecties van Design Museum Gent en S.M.A.K.

Situering

Design Museum Gent en S.M.A.K. bewaren respectievelijk ca. 3.500 en ca. 450 objecten die geheel of deels uit kunststof zijn gemaakt. Met dit project willen we ervaring opbouwen rond de juiste identificatie en monitoring van de kunststoffen in onze collecties. Door kunststoffen juist te benoemen, te weten welke specifieke zorg ze vragen en op een systematische manier hun conditie op te volgen, kunnen we voortaan duurzame conserveringsmaatregelen nemen op maat van elk collectiestuk.

Het project is mogelijk dankzij een subsidie van de Vlaamse Overheid binnen het Cultureelerfgoeddecreet. Het bestaat uit drie fases: 1.10.2018 – 30.6.2019, 1.7.2019 – 30.6.2020, en 1.7.2020 – 30.6.2021. We werken samen met drie internationale partners, nl. de Nederlandse Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), de Belgische federale wetenschappelijke instelling het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) en het Cologne Institute of Conservation Sciences (CICS) van de TH Köln.

1999-0030

Drie fases

Fase 1: 1.10.2018 – 30.6.2019

De uitbouw en implementatie van een materialen- en techniekenthesaurus en een eenduidige lijst met specifieke schadebeelden voor kunststoffen

Via een materialenthesaurus en techniekenthesaurus willen we de kunststoffen van een bepaald collectiestuk op een uniforme en genuanceerde manier wegschrijven in onze collectiedatabank Adlib en die databank beter doorzoekbaar maken. Uit een rondvraag bleek dat geen enkele toonaangevende instelling met een kunststoffencollectie al beschikt over toereikende thesauri. Vaak hanteren ze niet hiërarchisch opgebouwde termenlijsten of nemen ze zonder meer de termen van de Art & Architecture Thesaurus (AAT) over.

We maken twee tweetalige thesauri (Engels en Nederlands), die we gedeeltelijk proberen integreren in de AAT en/of waarvan we de termen indien mogelijk koppelen aan de persistente uri’s van de AAT en aan alternatieve termen, merknamen en afkortingen. Met partner CICS van de TH Köln werken we samen voor de Engelstalige versies en zij zullen hun Duitstalige termenlijsten ook op onze thesauri afstemmen. We nemen een Google spreadsheet op Dropbox in gebruik waarin collega-instellingen vertalingen van termen kunnen toevoegen. Om tot volledige thesauri te komen, voeren we inhoudelijk onderzoek naar types kunststoffen, productie- en afwerkingstechnieken, en naamsvarianten en schrijfwijzen. We maken ook scope notes met o.m. samenstelling en verschijningsvormen van het materiaal, sinds wanneer een materiaal op de markt is, hoe een techniek in zijn werk gaat en te herkennen valt, enz.. De eerste versies van de thesauri testen we tijdens fase 2 en fase 3 en passen we indien nodig aan tijdens het eigenlijke identificeren van de kunststoffen (zie verder).

We maken een uniforme Nederlandstalige lijst van schadebeelden die je in collecties met kunststoffen kan aantreffen. Voor deze lijst zijn we vertrokken van de schadeatlas van het internationale Engelstalige POPART project (Preservation of Plastic ARTefacts in museum collections). Ook voor dit onderdeel werken we samen met de TH Köln.

De indeling van bovenstaande kunststoffen in zorggroepen in functie van conditiesurveys en conservatiemaatregelen

We delen de kunststofobjecten van beide collecties in in zorggroepen volgens de mate van stabiliteit en toestand, zodat we per zorggroep gerichte maatregelen kunnen nemen, zoals i.v.m. de regelmaat van conditiecontroles en van het vernieuwen van verpakkingsmateriaal, specifieke conserveringsingrepen, het in kaart brengen van gezondheidsrisico’s voor medewerkers, het inschatten van het risico op degradatie van objecten/materialen die zich in de onmiddellijke omgeving van kunststofobjecten bevinden, enz. Voor dit onderdeel werken we aan een goede indeling, aan de vertaalslag naar het Nederlands van de bestaande internationale consensus en literatuur hierover en aan een performante aanpak van de conditiesurvey in fase 2 en 3. We werken voorlopig met vijf zorggroepen op basis van de kwetsbaarheid van de materialen en de stabiliteit op het moment van de controle. De snelst degraderende kunststoffen behoren steeds tot de meeste zorg behoevende vijfde categorie.

We nemen ook een ‘conditieblad’ voor conditiecontroles in gebruik. Op dat formulier bepalen we per collectiestuk de zorggroep, en noteren we een uitgebreide beschrijving van de fysieke toestand en de vereiste conserveringsmaatregelen.

TUP-0005_00-14

De identificatie van de kunststoffen en technieken op basis van bronnenonderzoek

Voor dit onderdeel leggen we de focus op de recentere objecten uit de collectie van Design Museum Gent, omdat daarover online vaker betrouwbare productinformatie is terug te vinden. We contacteren eerst die ontwerpers en producenten waarvan we veel objecten bewaren. Voor de oudere objecten rekenen we op de DIY-analyses en de natuurwetenschappelijke analyses (zie verder). We screenen ook de collecties van andere instellingen waarin zich identieke objecten bevinden of waarvoor al onderzoek gevoerd werd naar bepaalde types kunststoffen.

Fase 2: 1.7.2019 – 30.6.2020


De toepassing van de Plastic Identificatie Tool: een DIY-methode voor de identificatie van kunststoffen

Voor het fysieke onderzoek van collectiestukken waarover via bronnenonderzoek te weinig informatie is te vinden, kunnen we beroep doen op de Plastic Identificatie Tool die de Stichting Behoud Moderne Kunst (SBMK) en het Netherlands Institute for Conservation, Art and Science (NICAS) ontwikkelden in het kader van hun ‘Plastics Project’. Dit project bracht van april 2017 tot april 2019 natuurwetenschappers en tien grote musea en collectiebeheerders in Nederland bij elkaar, namelijk het Bonnefantenmuseum, Centraal Museum Utrecht, Gemeentemuseum Den Haag, Kröller-Müller Museum, Museum Boijmans Van Beuningen, Schunck*, Stedelijk Museum Amsterdam en het Van Abbemuseum. Daarnaast zijn ook de Rabo Art Collection en de Kunstcollecties van de Rijksdienst betrokken. Binnen het samenwerkingsverband NICAS (RCE, Rijksmuseum, opleiding Conservering & Restauratie van de Universiteit van Amsterdam, TU Delft) heeft de RCE de leiding over dit project.

Met de Plastic Identificatie Tool kunnen collectiebeheerders en restauratoren zelf een groot deel van hun kunststoffen identificeren en monitoren. Met behulp van een vragenlijst en een refentiekit met stalen, kom je door te kijken, ruiken, horen en voelen uit bij een bepaalde kunststof, waarvan er vijf het meest problematisch zijn en snel om actie vragen. De methode is in huis uitvoerbaar door intern opgeleide medewerkers. Design Museum Gent en S.M.A.K. introduceren met dit project deze methodiek in Vlaanderen. RCE zal de methode aanleren aan de partners van het project en aan de leden van de Klankbordgroep (zie verder) tijdens een intensieve workshop.

Het uitvoeren van een eerste conditiesurvey

Vertrekkend van de in de eerste fase bepaalde zorggroepen, starten we met de systematische conditiesurvey van alle in deze fase reeds geïdentificeerde kunststofobjecten. We (her)bepalen de toestand van de kunststof(onderdelen) van elk object en delen het in in een zorggroep in functie van de latere opvolging van hun conditie en het bepalen van prioriteiten op vlak van preventieve conservatie. Voor elk onderzocht object vullen we hetzelfde ‘conditieblad’ in. Een deel van de verkregen informatie schrijven we weg in Adlib. Deze survey zal doorlopen in fase 3.

Fase 3: 1.7.2020 – 30.6.2021

Natuurwetenschappelijk onderzoek

Na het bronnenonderzoek en de DIY-analyses zal er een groep niet-geïdentificeerde kunststofobjecten overblijven (=de restgroep). Hiervoor doen we beroep op de bestaande natuurwetenschappelijke spectroscopische methodes zoals FTIR of RAMAN, waarvoor meestal samples van objecten nodig zijn. Partner RCE bouwde hier al veel ervaring over op. Naast de nodige apparatuur beschikken zij ook over een grote stalendatabank. Partner KIK heeft er ook al ervaring mee, maar wil zich hier in de toekomst nog meer op focussen. De ‘conservatiestudio van historisch en hedendaags textiel, kostuum en accessoires’ en de conservatiewetenschappers van het departement Laboratoria zullen hiertoe samenwerken. Dit vergt echter afstemming en het verzamelen van stalen voor het aanleggen van een referentiedatabank. Binnen deze fase van het project willen we hier samen met KIK mee aan de slag gaan.

Verderzetting van de conditiesurvey + het uitwerken van richtlijnen voor reiniging, bewaring en presentatie voor de verschillende kunststoffen / zorggroepen

Het uitvoeren van de conditiesurvey uit fase 2 wordt verdergezet. In de loop van deze fase werken we de aanpak uit voor de opvolging van de toestand van objecten. Op het einde van het project zullen we zo een goed overzicht hebben van de toestand van de kunststoffen in onze collecties, het aantal objecten per zorggroep en hun noden. In deze fase zullen we ook per materiaal(groep) de intern op te volgen richtlijnen opmaken voor reiniging, bewaring en presentatie. Waar mogelijk implementeren we ze meteen.

Partners, stuurgroep en klankbordgroep

DES.-1995.07

Design Museum Gent voert het project uit samen met S.M.A.K.. Beide collecties worden binnen het project onderzocht. Door de krachten van deze twee musea te bundelen kunnen we twee belangrijke invalshoeken combineren, namelijk moderne en hedendaagse kunst enerzijds & toegepaste kunst en design anderszijds. We kunnen rekenen op de waardevolle inbreng van drie internationale partners, namelijk RCE, KIK en Technische Universiteit Keulen. RCE adviseert en begeleidt/ondersteunt. Het organiseert de workshop rond de Plastic Identification Tool. KIK adviseert, voert de natuurwetenschappelijke analyses uit, en volgt mee de workshop van RCE, ook met de intentie om die kennis en ervaring later door te geven aan de Belgische erfgoedsector. Het Cologne Institute of Conservation Sciences (CICS) van de TH Köln voert het project ‘KuWerKo. Kunststoff, ein moderner Werkstoff im kunsthistorischen Kontext’, waarvoor ze werken met de collectie van het Deutsches Kunststoff Museum. We werken met hen samen rond het verder op punt stellen van de Engelstalige thesauri, de schadebeelden en het verkennen van de mogelijkheden rond een online platform waarop meerdere instellingen hun resultaten van analyses van kunststofobjecten kunnen delen.

De Stuurgroep bewaakt het opzet en de goede voortgang van het project. De leden zijn Suzan De Groot (RCE), Griet Kockelkoren (KIK), Claudia Kramer (S.M.A.K.) (vervangen door Francis Berry (S.M.A.K.)), Ruth Goris (Design Museum Gent), Annelies De Mey (Design Museum Gent), Hannah Hendrickx (Design Museum Gent) en Eline van der Velde (projectmedewerker Design Museum Gent-S.M.A.K.).

In de Klankbordgroep brengen we Vlaamse en Belgische spelers samen die een substantiële collectie kunststoffen bewaren en een restaurator in huis hebben. De leden zijn Griet Kockelkoren (KIK), Kim Verkens (MoMu), Annelies De Mey (Design Museum Gent), Eline van der Velde (Design Museum Gent), Ruth Goris (Design Museum Gent), Claudia Kramer (S.M.A.K.), Frances Berry (S.M.A.K.), Nina Serulus (ADAM Brussels Design Museum), Christine Lambrechts (Mukha), Wim Fremout (KIK), Iris Paschalidis (S.M.A.K.), Ann Deckers (FOMU), Barbara De Jong (Mu.Zee), Hannah Hendrickx (Design Museum Gent), Pieter Neirinckx (Industriemuseum/Huis van Alijn) en Francisca Vande Pitte (Musée Modern Museum, KMSKB).

Partnerproject Terminology for Conservation of Plastics, TH Köln

Dit onderzoek naar de identificatie van kunststoffen en het uitvoeren van een conditiesurvey van alle kunststofobjecten in de collecties van Design Museum Gent en S.M.A.K. gebeuren in het kader van een project van drie jaar met de steun van de Vlaamse Overheid. Voor meer info, neem contact op met projectmedewerker Eline van der Velde via eline.vandervelde@stad.gent of Hannah Hendrickx via hannah.hendrickx@stad.gent.